De stijfheid bij MJ is het
ergst s’ morgens bij het opstaan maar het betert van dag tot dag, haar rechter
flank krijgt elke dag een andere kleur.
Een temperatuur rond de 30°, rugwind, degelijk asfalt, allemaal ingrediënten die er een aangename fietsdag kunnen van maken. Tijdens een middagstop denken we dat we vandaag wel eens vroeg op onze bestemming kunnen zijn, maar wanneer we weer willen vertrekken moet ik vaststellen dat ik een lekke band heb. De oorzaak blijkt een ijzeren pinnetje te zijn. Ik vervang de binnenband door een andere die al eens eerder was geplakt. Wanneer alle bagage weer op de fiets zit zie ik dat de band al opnieuw aan het leeglopen is. Om te ontsnappen aan de bende kinderen die zich ondertussen rond ons verzameld heeft, stoppen we even verder aan een tankstation. Deze keer gebruik ik een nieuwe binnenband en vermits mijn achterband weer behoorlijk is afgesleten, verwissel ik maar meteen ook de voorste band met de achterste. Uiteindelijk komen we dan toch later dan gedacht aan in een hotel. En dan begint de klucht. Eerst is er al even onenigheid over de prijs, de aangegeven prijs zou alleen voor Oezbeken zijn, wij als toeristen moeten 10.000 SOM meer betalen. Dan krijgen we een kamer op het gelijkvloers waarvan de deur niet op slot kan. Ik sta er op dat we op zijn minst een sleutel krijgen om de kamer te kunnen afsluiten. Na aandringen krijg ik dan toch een sleutel maar wanneer men de sleutel wil demonstreren kan men de deur wel op slot doen, maar krijgt men ze niet meer open. Uiteindelijk krijgen we een kleinere kamer op de eerste verdieping die wel op slot kan. Ondertussen probeert MJ aan de receptie de administratieve kant in orde te krijgen. Aan geen enkele grensovergang heeft men zoveel werk gehad met onze paspoorten. De receptioniste neemt niet enkel een kopie van onze paspoorten, maar ook nog eens van elk registratieformuliertje gekregen bij de andere hotels. Het duurt een eeuwigheid. Wanneer we naar onze kamer willen komt men nog eens om onze paspoorten vragen, want blijkbaar was de receptioniste vergeten om een kopie te nemen van de visa. Eenmaal de kopieën gemaakt zijn, moet ze nog eens een behoorlijk formulier invullen. Het begint stilaan op onze zenuwen te werken. Ondertussen zijn we al meer dan een uur bezig met het inchecken. Eindelijk kunnen we naar buiten om even verderop iets te gaan drinken, we hebben er dorst van gekregen. Wanneer we terug in het hotel komen vraagt men nog eens om onze paspoorten, want blijkbaar heeft ze een fout gemaakt bij het maken van de kopieën, en wil ze heel de procedure nog eens overdoen. Willen of niet, onze paspoorten krijgt ze nog eens, maar we weigeren de registratieformuliertjes nog eens af te geven, die hebben we deze keer ergens anders opgeborgen.
We zijn in de regio waar veel vis gekweekt en gegeten wordt. We gaan naar een visrestaurant. Aan de tafel naast ons komt er een familie zitten, een van hen spreekt ons aan in perfect Frans. Het is een heel stuk makkelijker als je met iemand kan converseren in een gemeenschappelijke taal. Na een tijdje stelt hij voor dat we de volgende dag bij zijn familie in Tasjkent komen logeren. Deze keer gaan we wel in op het voorstel. Ik haal er mijn notebook nog even bij zodat hij op de kaart van het GPS-programma Basecamp precies kan aanduiden waar ze wonen, zo ben ik zeker dat we het morgen met behulp van de GPS kunnen vinden.
Een temperatuur rond de 30°, rugwind, degelijk asfalt, allemaal ingrediënten die er een aangename fietsdag kunnen van maken. Tijdens een middagstop denken we dat we vandaag wel eens vroeg op onze bestemming kunnen zijn, maar wanneer we weer willen vertrekken moet ik vaststellen dat ik een lekke band heb. De oorzaak blijkt een ijzeren pinnetje te zijn. Ik vervang de binnenband door een andere die al eens eerder was geplakt. Wanneer alle bagage weer op de fiets zit zie ik dat de band al opnieuw aan het leeglopen is. Om te ontsnappen aan de bende kinderen die zich ondertussen rond ons verzameld heeft, stoppen we even verder aan een tankstation. Deze keer gebruik ik een nieuwe binnenband en vermits mijn achterband weer behoorlijk is afgesleten, verwissel ik maar meteen ook de voorste band met de achterste. Uiteindelijk komen we dan toch later dan gedacht aan in een hotel. En dan begint de klucht. Eerst is er al even onenigheid over de prijs, de aangegeven prijs zou alleen voor Oezbeken zijn, wij als toeristen moeten 10.000 SOM meer betalen. Dan krijgen we een kamer op het gelijkvloers waarvan de deur niet op slot kan. Ik sta er op dat we op zijn minst een sleutel krijgen om de kamer te kunnen afsluiten. Na aandringen krijg ik dan toch een sleutel maar wanneer men de sleutel wil demonstreren kan men de deur wel op slot doen, maar krijgt men ze niet meer open. Uiteindelijk krijgen we een kleinere kamer op de eerste verdieping die wel op slot kan. Ondertussen probeert MJ aan de receptie de administratieve kant in orde te krijgen. Aan geen enkele grensovergang heeft men zoveel werk gehad met onze paspoorten. De receptioniste neemt niet enkel een kopie van onze paspoorten, maar ook nog eens van elk registratieformuliertje gekregen bij de andere hotels. Het duurt een eeuwigheid. Wanneer we naar onze kamer willen komt men nog eens om onze paspoorten vragen, want blijkbaar was de receptioniste vergeten om een kopie te nemen van de visa. Eenmaal de kopieën gemaakt zijn, moet ze nog eens een behoorlijk formulier invullen. Het begint stilaan op onze zenuwen te werken. Ondertussen zijn we al meer dan een uur bezig met het inchecken. Eindelijk kunnen we naar buiten om even verderop iets te gaan drinken, we hebben er dorst van gekregen. Wanneer we terug in het hotel komen vraagt men nog eens om onze paspoorten, want blijkbaar heeft ze een fout gemaakt bij het maken van de kopieën, en wil ze heel de procedure nog eens overdoen. Willen of niet, onze paspoorten krijgt ze nog eens, maar we weigeren de registratieformuliertjes nog eens af te geven, die hebben we deze keer ergens anders opgeborgen.
We zijn in de regio waar veel vis gekweekt en gegeten wordt. We gaan naar een visrestaurant. Aan de tafel naast ons komt er een familie zitten, een van hen spreekt ons aan in perfect Frans. Het is een heel stuk makkelijker als je met iemand kan converseren in een gemeenschappelijke taal. Na een tijdje stelt hij voor dat we de volgende dag bij zijn familie in Tasjkent komen logeren. Deze keer gaan we wel in op het voorstel. Ik haal er mijn notebook nog even bij zodat hij op de kaart van het GPS-programma Basecamp precies kan aanduiden waar ze wonen, zo ben ik zeker dat we het morgen met behulp van de GPS kunnen vinden.