We krijgen ons ontbijt op de kamer geserveerd, voor
de zoveelste keer twee spiegeleitjes, drie schijfjes worst, brood en een
kannetje thee. Voor het eerst in lange tijd zien we enkele bescheiden wolkjes,
het is niet veel maar het scheelt heel wat qua temperatuur. Onderweg is er maar
weinig mogelijkheid tot bevoorrading en als we al eens een dorpje passeren
vinden we er geen enkel winkeltje. Op zich geen probleem want de mensen willen
je altijd wel water aanbieden, maar het komt dan wel uit een waterput.
Bij het binnenrijden van Ghuzar stoppen we aan een mini market voor wat drank. Vlak er naast is een feestzaal waar juist een trouwfeest is. Verschillende mensen komen ons uitnodigen om mee te komen feesten. Zoiets zien we wel zitten, maar dan willen we toch wel eerst even een douche nemen en andere kleren aantrekken. Toeval wil dat er naast de feestzaal een soort van pension is waar we terecht kunnen. Een half uurtje later staan we weer voor de feestzaal, fris gewassen. Het trouwfeest is al volop bezig. Men zet ons aan een tafel met enkele mannen. Eten en drank is er in overvloed en vooral ook wodka. Nu moet ik wel even opletten want ik zit aan een tafel met enkele mannen die maar blijven wodka schenken alsof het gewoon water is. Even later komt er een man aan onze tafel zitten en vraagt of we Duits spreken. Het is Bobo Murat en hij is leraar Duits in de plaatselijke school. Hij wil persé dat we mee gaan dansen. MJ stond al eerder op de dansvloer met een groepje vrouwen, als een man elke dansende vrouw 1000 SOM geeft. Even later komt een oud vrouwtje, vermoedelijk de grootmoeder van de bruid of bruidegom, ze wordt door de vrouwen gekust en krijgt het geld toegestopt dat de vrouwen eerder van de man kregen. We moeten niet alleen mee op de dansvloer, Bobo Murat staat er ook nog op dat ik de microfoon neem en de mensen toespreek. Waarschijnlijk is er in heel de zaal maar een handvol mensen die begrijpt wat we in het Engels vertellen, maar de bijhorende gebaren zullen wel volstaan. We worden hier precies aanzien als speciale gasten, en zo voelen we ons ook een beetje. Wat ons vooral opvalt is dat het bruidspaar, dat aan een tafel op een podium zit, er absoluut niet gelukkig uitziet, alsof ze er helemaal niet bij willen zijn. Wanneer het bruidspaar rond 13 uur de zaal verlaat, loopt het feest ten einde. Maar Bobo Murat wil absoluut dat we samen met hem naar zijn huis gaan, iets wat we niet kunnen weigeren. Eenmaal bij hem thuis aangekomen, brengt hij ons naar een kamer waar enkele matjes op de grond liggen en waar we een uurtje moeten gaan rusten, zodat hijzelf ook wat kan slapen. Voor mij is deze rustpauze na alle wodka ook welkom. Na een uurtje komt Bobo Murat er met zijn vrouw weer bijzitten en proberen we, ondanks de taalbarrière toch wat kennis uit te wissen over het leven in Oezbekistan en België. Uiteindelijk moeten we wel weer terug naar ons hotel. Bobo Murat brengt ons met de auto van een vriend terug, maar dan wordt het toch wel even moeilijk. Hij staat er op dat we bij hem thuis komen logeren, maar we krijgen hem met moeite uitgelegd dat we al betaald hebben voor ons hotel en dat men daar al onze registratieformulieren(*) heeft ingevuld. Met de hulp van de hoteleigenares lukt het ons dan toch om hem tevreden te stellen. Hadden we hem eerder ontmoet waren we zeker op zijn voorstel ingegaan om bij hem te logeren, maar nu hebben we geen keuze.
(*) Als je in Oezbekistan reist moet je minstens om de drie dagen een registratiebewijs hebben, wat je normaal gezien krijgt in een hotel. Alles wordt hier strikt gecontroleerd, zowel onderweg als bij het verlaten van het land kan men je registratiebewijzen controleren. Onderweg zijn we als eens gecontroleerd door de politie.
Bij het binnenrijden van Ghuzar stoppen we aan een mini market voor wat drank. Vlak er naast is een feestzaal waar juist een trouwfeest is. Verschillende mensen komen ons uitnodigen om mee te komen feesten. Zoiets zien we wel zitten, maar dan willen we toch wel eerst even een douche nemen en andere kleren aantrekken. Toeval wil dat er naast de feestzaal een soort van pension is waar we terecht kunnen. Een half uurtje later staan we weer voor de feestzaal, fris gewassen. Het trouwfeest is al volop bezig. Men zet ons aan een tafel met enkele mannen. Eten en drank is er in overvloed en vooral ook wodka. Nu moet ik wel even opletten want ik zit aan een tafel met enkele mannen die maar blijven wodka schenken alsof het gewoon water is. Even later komt er een man aan onze tafel zitten en vraagt of we Duits spreken. Het is Bobo Murat en hij is leraar Duits in de plaatselijke school. Hij wil persé dat we mee gaan dansen. MJ stond al eerder op de dansvloer met een groepje vrouwen, als een man elke dansende vrouw 1000 SOM geeft. Even later komt een oud vrouwtje, vermoedelijk de grootmoeder van de bruid of bruidegom, ze wordt door de vrouwen gekust en krijgt het geld toegestopt dat de vrouwen eerder van de man kregen. We moeten niet alleen mee op de dansvloer, Bobo Murat staat er ook nog op dat ik de microfoon neem en de mensen toespreek. Waarschijnlijk is er in heel de zaal maar een handvol mensen die begrijpt wat we in het Engels vertellen, maar de bijhorende gebaren zullen wel volstaan. We worden hier precies aanzien als speciale gasten, en zo voelen we ons ook een beetje. Wat ons vooral opvalt is dat het bruidspaar, dat aan een tafel op een podium zit, er absoluut niet gelukkig uitziet, alsof ze er helemaal niet bij willen zijn. Wanneer het bruidspaar rond 13 uur de zaal verlaat, loopt het feest ten einde. Maar Bobo Murat wil absoluut dat we samen met hem naar zijn huis gaan, iets wat we niet kunnen weigeren. Eenmaal bij hem thuis aangekomen, brengt hij ons naar een kamer waar enkele matjes op de grond liggen en waar we een uurtje moeten gaan rusten, zodat hijzelf ook wat kan slapen. Voor mij is deze rustpauze na alle wodka ook welkom. Na een uurtje komt Bobo Murat er met zijn vrouw weer bijzitten en proberen we, ondanks de taalbarrière toch wat kennis uit te wissen over het leven in Oezbekistan en België. Uiteindelijk moeten we wel weer terug naar ons hotel. Bobo Murat brengt ons met de auto van een vriend terug, maar dan wordt het toch wel even moeilijk. Hij staat er op dat we bij hem thuis komen logeren, maar we krijgen hem met moeite uitgelegd dat we al betaald hebben voor ons hotel en dat men daar al onze registratieformulieren(*) heeft ingevuld. Met de hulp van de hoteleigenares lukt het ons dan toch om hem tevreden te stellen. Hadden we hem eerder ontmoet waren we zeker op zijn voorstel ingegaan om bij hem te logeren, maar nu hebben we geen keuze.
(*) Als je in Oezbekistan reist moet je minstens om de drie dagen een registratiebewijs hebben, wat je normaal gezien krijgt in een hotel. Alles wordt hier strikt gecontroleerd, zowel onderweg als bij het verlaten van het land kan men je registratiebewijzen controleren. Onderweg zijn we als eens gecontroleerd door de politie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten