Met een plastic kruik
van 5 liter extra water trekken we ruim op tijd naar het treinstation. Alle
uren van de treinen worden hier aangegeven in Astana tijd, wat betekend dat
onze trein effectief vertrekt om 12u30, een uur eerder dan aangegeven op de
tickets dit omdat Aktau een andere tijdzone heeft dan de hoofdstad. Nu maar
hopen dat het ons lukt om de fietsen mee op de trein te krijgen. Een trein
bestaat uit meerdere wagons, elke wagon is ingedeeld in 12 coupés met 2
stapelbedden, elke wagon heeft zijn conducteur en zijn rechterhand die
beslissen wie en wat in hun wagon mag. Op de tickets staat het wagonnummer en
het bednummer. Wanneer onze boemeltrein aan het perron staat en we ons begeven
naar onze wagon krijgen we al meteen bedenkelijke gezichten en met veel kabaal
en gebarentaal proberen de conducteurs ons duidelijk te maken dat de fietsen er
niet in kunnen. Hoog tijd dus om onze hulplijn, Niel de Kiwi, in te schakelen.
Ik bel hem op en geef de GSM door aan de conducteur. Er wordt wat heen en weer
gepraat en wanner ik Niel weer aan de lijn heb zegt hij ‘Give him 5000KZT( 25$)
and it will be OK’. Uiteindelijk lukt het dan toch. Eén fiets gaat in de coupé van de conducteurs
zelf en de andere in de gang op het einde van de wagon. In de trein is het bloedheet,
amper 1 raampje kan een beetje open en airco is er zo goed als niet, het wordt
een echte sauna en binnen de kortste keren zijn onze kleren doornat van het
zweet. Om 9u23 stipt komt de trein aan in Beyneu waar we drie uur moeten
wachten voor de volgende trein richting Samarkand in Uzbekistan. Vermits we in
Aktau veel meer smeergeld moesten betalen dan gedacht heb ik nu onvoldoende
over voor de volgende trein en daarom ga ik op zoek naar iemand die dollars wil
wisselen voor Tenghe. Na enig zoeken vind ik op straat enkele jonge kerels die
willen wisselen maar ik laat me wel dik oplichten ondanks dat ik perfect wist
wat de koers van de dollar was, eigen schuld dikke bult. Terwijl we wachten
op het perron spreekt een jonge man ons
aan die behoorlijk Engels spreekt. We vragen of hij ons wil helpen onze fietsen
op de trein te krijgen, wat hij met veel plezier wil doen. Om op het juiste
perron te geraken stappen de mensen hier gewoon over de sporen,
oversteekplaatsen zijn er niet. We hebben dus al enkele locals nodig om onze
zwaar bepakte fietsen over de sporen te dragen naar het juiste perron, maar dat
was geen enkel probleem. De trein die we nu moeten nemen is een internationale
trein die vanuit Rusland komt, bij elke wagon staat er een soldaat buiten omdat
ze de trein aan het inspecteren zijn. Wanneer we teken krijgen dat we mogen
opstappen klopt de soldaat met zijn stok op de deur, de conducteurs doen de
deur open, als ze ons met onze fietsen zien, hetzelfde verhaal, die kunnen niet
mee. Onze tolk begint een heel verhaal dat we wel in Beyneu geraakt zijn met de
boemeltrein en dat dat dan met hun trein toch ook moet lukken. De deur gaat
dicht. De soldaat slaat met zijn stok op de deur en het spelletje begint terug
van voor af aan. Na enkele malen word er door de conducteur teken gedaan naar
de achterkant van de wagon, de deur gaat open en onze fietsen en bagage worden
in de trein gehesen. Nu met onze bagage naar de juiste cabine, deze blijkt
volledig ingenomen door 4 mannen die al in bed liggen. De tickets worden gecheckt
en 2 mannen wordt gevraagd hun beddengoed mee te nemen en plaats te maken voor
ons. We krijgen propere lakens en kunnen ons bed opmaken en in bed kruipen. Nog
geen uurtje later komt de conducteur langs met voor ieder van ons 2 papieren en
maakt ons duidelijk dat we die moeten invullen. De trein is ondertussen
vertrokken, 2 problemen, de trein schommelt zo erg dat we moeilijk kunnen
schrijven en het in te vullen papier is in het Russisch. Dan ga ik op zoek naar
iemand die Russisch spreekt en mij kan duidelijk maken wat ik waar moet
invullen, dat lukt. Om 2 uur stopt de trein aan de grens met Oezbekistan. De
grenspolitie stapt op en vraagt onze paspoorten om te laten controleren in hun
kantoor. Een uur later komen ze de ingevulde papieren (declaration forms)
opvragen. Als ze merken dat we geen Russisch spreken, noch verstaan halen ze
iemand van hun collega’s die een beetje Engels kan en krijgen we Engelstalige
formulieren om in te vullen. Enkel onze
zak met medicijnen krijgt een grondige controlebuurt. Pas na drie uur kan de
trein eindelijk verder rijden.
De conducteur van onze wagon doet teken dat ik met hem mee moet. Tussen twee gesloten deuren begint hij te spreken over onze velosipettes en onze bagage en in gebarentaal over geld, hij bedoelt natuurlijk dat we nog smeergeld moeten betalen. Ook deze keer vraagt men 5OOOKZT maar omdat ik niet gepast kan geven is hij tevreden met 4900KZT. Tegen 5 uur kunnen we dan eindelijk ons bed in.
Om 7u ’s morgens horen we in de gang van de trein roepen ‘Tenghe, Som, Roebel’. Het zijn mannen en vrouwen die met zakken vol geld door de trein lopen en geld willen wisselen. Dat zakken vol met geld moet je echt letterlijk nemen want de Oezbeekse munt, de Som, heeft zo goed als geen waarde. Voor 100$ krijg je 40.000 Som, 80 briefjes van 5.000 Som. Met een portefeuille kan je in Oezbekistan weinig doen, vanwege te klein voor zoveel briefjes, munten hebben ze dan weer niet. Na de geldwisselaars komt er nog meer beweging op gang en even later veranderen de gangen van de treinen in een echte markt waar zowat alles wordt verkocht: drank, eten, kleding, speelgoed, juwelen, smartphones, klein elektrisch materiaal, …
De coupés in de trein zijn telkens voor vier personen. Wij zitten in onze coupé samen met twee Kazakken. Na een tijdje probeer je toch met elkaar wat te converseren, wat niet makkelijk is want zij spreken enkel Russisch en Kazaks maar op een of andere manier en vooral met veel gebaren lukt het uiteindelijk toch wel altijd om wat van elkaar te weten te komen. Tegen de middag stappen zij af en voor enkele uren hebben we de coupé voor ons alleen. Het valt op dat het ook in de rest van de wagon veel rustiger is geworden maar, omstreeks 21u is er nog een stopplaats in een groot station en daar loopt de trein weer volledig vol en deze keer zullen we de nacht delen met twee Oezbeekse mannen.
Om 10u23, na 45u reizen bereiken we eindelijk Samarkand. Het eerste wat we doen is een pintje bier drinken en daarna meteen op zoek naar een hotel voor een heerlijke douche, na twee dagen en twee nachten zonder enige opfrissing is dat meer dan welkom.
De conducteur van onze wagon doet teken dat ik met hem mee moet. Tussen twee gesloten deuren begint hij te spreken over onze velosipettes en onze bagage en in gebarentaal over geld, hij bedoelt natuurlijk dat we nog smeergeld moeten betalen. Ook deze keer vraagt men 5OOOKZT maar omdat ik niet gepast kan geven is hij tevreden met 4900KZT. Tegen 5 uur kunnen we dan eindelijk ons bed in.
Om 7u ’s morgens horen we in de gang van de trein roepen ‘Tenghe, Som, Roebel’. Het zijn mannen en vrouwen die met zakken vol geld door de trein lopen en geld willen wisselen. Dat zakken vol met geld moet je echt letterlijk nemen want de Oezbeekse munt, de Som, heeft zo goed als geen waarde. Voor 100$ krijg je 40.000 Som, 80 briefjes van 5.000 Som. Met een portefeuille kan je in Oezbekistan weinig doen, vanwege te klein voor zoveel briefjes, munten hebben ze dan weer niet. Na de geldwisselaars komt er nog meer beweging op gang en even later veranderen de gangen van de treinen in een echte markt waar zowat alles wordt verkocht: drank, eten, kleding, speelgoed, juwelen, smartphones, klein elektrisch materiaal, …
De coupés in de trein zijn telkens voor vier personen. Wij zitten in onze coupé samen met twee Kazakken. Na een tijdje probeer je toch met elkaar wat te converseren, wat niet makkelijk is want zij spreken enkel Russisch en Kazaks maar op een of andere manier en vooral met veel gebaren lukt het uiteindelijk toch wel altijd om wat van elkaar te weten te komen. Tegen de middag stappen zij af en voor enkele uren hebben we de coupé voor ons alleen. Het valt op dat het ook in de rest van de wagon veel rustiger is geworden maar, omstreeks 21u is er nog een stopplaats in een groot station en daar loopt de trein weer volledig vol en deze keer zullen we de nacht delen met twee Oezbeekse mannen.
Om 10u23, na 45u reizen bereiken we eindelijk Samarkand. Het eerste wat we doen is een pintje bier drinken en daarna meteen op zoek naar een hotel voor een heerlijke douche, na twee dagen en twee nachten zonder enige opfrissing is dat meer dan welkom.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten