De weersvoorspelling
voor de komende 10 dagen ziet er voorlopig goed uit, niet onbelangrijk want
eens het weer omslaat kan het in deze streken en deze tijd van het jaar meteen
een winters tintje krijgen.
Voor we Bishkek verlaten ga ik onze resterende SOM nog omwisselen voor Kazakse Tenge. Na 20km fietsen bereiken we al de grensovergang van Kyrgyzstan naar Kazachstan en ook deze keer is het een eenvoudige formaliteit.
Net voorbij de grens in Korday ga ik twee blikjes bier kopen en zetten we ons langs de weg in een bushokje om te picknicken. We zijn nog maar pas begonnen of er komt een politieagent naar ons toe gestapt. Hij wijst naar de bierblikjes en vraagt of het ‘pivo’ is, wat ik alleen maar kan bevestigen. Dan begint de politieagent van alles te vertellen waar we niets van snappen. Het heeft te maken met het bier en dat we iets doen wat niet mag maar wat hij precies wil begrijpen we niet. Wat we wel verstaan is dat we een boete kunnen krijgen. Hij vraagt ook mijn paspoort, niet dat van MJ. Heb ik wel iets fout gedaan en zij niet? Uiteindelijk geeft hij het op en stapt gewoon weg. Wat precies zijn bedoeling was daar hebben we het raden naar. Het was me wel opgevallen dat het geen gewone politieagent was want hij reed in een grote Europese wagen met chauffeur en droeg drie gouden sterren op zijn schouders, waarschijnlijk wel een hogere officier.
Ons idee was om vandaag slechts tot Alga te fietsen omdat we weten dat er daarna een klim van 20km volgt en we denken dat er verder over een afstand van bijna 100km geen enkel dorp meer is. Alga is echter een dorpje van amper enkele huizen en een klein winkeltje. Wanneer ik informeer voor een overnachting verteld men ons dat er 1km verderop een hotel zou zijn. We fietsen verder en zien dat er inderdaad langs de weg een restaurant, een winkeltje en een gebouw is dat er uit ziet als een hotel, maar het is al lang gesloten en we kunnen er niet terecht. Enkele bezoekers aan het restaurant vertellen ons dat 10km verderop een hotel is, iets wat anderen ons ook bevestigen. Toch hebben we onze twijfels of het wel klopt. We moeten kiezen: terugkeren naar het dorp of verder fietsen in de hoop dat er toch een hotel is. We beslissen om toch maar door te fietsen. Na 10km is er niets anders te zien dan de grootste leegte. Op mijn GPS zie ik dat er nog 7km verder enkele zijstraatje zijn wat misschien toch nog op enige bewoning duidt. Weer hebben we pech want het is slechts een windmolenpark. Er is wel een zijweg en een bordje dat een plaats aangeeft op 3km. We hebben geen keuze en nemen de zijweg. Weer is het niets want het enige wat we te zien krijgen zijn restanten van wat ooit een dorp is geweest. Het ziet er naar uit dat we nog eens moeten wildkamperen, op zich geen probleem, we hebben voldoende eten mee, alleen hebben niet zo veel water meer. Dan zien we plots boven op een heuvel nog een rood gebouw staan. MJ blijft even wachten en ik fiets langs de onverharde weg tot aan het gebouw. Het is bewoont, er komt een man naar met toegestapt die meteen vraagt of ik Duits spreek. De man heet Vlad en het gebouw is geen gewoon huis maar een controlepost van een windmolenpark. Ik vraag of hij water voor ons heeft, wat geen enkel probleem is want hij haalt zijn water uit een bron een kilometer verderop in de heuvels. Maar het wordt nog beter want hij stelt voor bij hem te komen overnachten in een kamer die nog vrij is. Omdat ik zo lang achterbleef is MJ er ondertussen ook bij gekomen. Aangezien ’s nachts de temperaturen al kunnen zakken tot het vriespunt lijkt het voorstel om in het verwarmd gebouw te gaan slapen ons toch nog een betere oplossing dan te gaan wildkamperen. Ik rijd samen met Vlad in zijn minibusje nog naar de bron in de heuvels om met een vaatje en enkele grote plastiek flessen vers water te halen. MJ rijdt daarna met hem nog naar een boerderijtje ergens te midden van de heuvels dat ook dienst doet als winkeltje. In the middle of nowhere is er dan toch nog enig leven te bespeuren, maar je moet het wel zien te vinden!
Vlad(imir) is een zeer aimabel man. MJ wil koken maar hij staat er op dat hij voor ons kookt. Hij is ook blij dat hij ons als gasten heeft, zo heeft hij niet alleen gezelschap maar kan hij ook nog eens zijn Duits oefenen, wat hij uitvoerig doet. Hij is een echte spraakwaterval, wat voor ons interessant is want zo komen we veel te weten over het leven in Kazachstan. Vlad heeft 7 jaar in Duitsland gewerkt en is daarna teruggekeerd naar zijn geboorteland. Aanvankelijk kon hij zich moeilijk weer aanpassen aan de Kazachse mentaliteit maar nu zou hij voor geen geld willen terugkeren naar Duitsland, vooral omdat daar niets kan en alles té zeer gebonden is aan allerlei regeltjes. Hij is een gelukkig man.
Hij weet ons nog te vertellen dat het verwoeste dorpje vroeger een pantserkazerne was van het Russische leger tot de Sovjet Unie uiteenviel.
Voor we Bishkek verlaten ga ik onze resterende SOM nog omwisselen voor Kazakse Tenge. Na 20km fietsen bereiken we al de grensovergang van Kyrgyzstan naar Kazachstan en ook deze keer is het een eenvoudige formaliteit.
Net voorbij de grens in Korday ga ik twee blikjes bier kopen en zetten we ons langs de weg in een bushokje om te picknicken. We zijn nog maar pas begonnen of er komt een politieagent naar ons toe gestapt. Hij wijst naar de bierblikjes en vraagt of het ‘pivo’ is, wat ik alleen maar kan bevestigen. Dan begint de politieagent van alles te vertellen waar we niets van snappen. Het heeft te maken met het bier en dat we iets doen wat niet mag maar wat hij precies wil begrijpen we niet. Wat we wel verstaan is dat we een boete kunnen krijgen. Hij vraagt ook mijn paspoort, niet dat van MJ. Heb ik wel iets fout gedaan en zij niet? Uiteindelijk geeft hij het op en stapt gewoon weg. Wat precies zijn bedoeling was daar hebben we het raden naar. Het was me wel opgevallen dat het geen gewone politieagent was want hij reed in een grote Europese wagen met chauffeur en droeg drie gouden sterren op zijn schouders, waarschijnlijk wel een hogere officier.
Ons idee was om vandaag slechts tot Alga te fietsen omdat we weten dat er daarna een klim van 20km volgt en we denken dat er verder over een afstand van bijna 100km geen enkel dorp meer is. Alga is echter een dorpje van amper enkele huizen en een klein winkeltje. Wanneer ik informeer voor een overnachting verteld men ons dat er 1km verderop een hotel zou zijn. We fietsen verder en zien dat er inderdaad langs de weg een restaurant, een winkeltje en een gebouw is dat er uit ziet als een hotel, maar het is al lang gesloten en we kunnen er niet terecht. Enkele bezoekers aan het restaurant vertellen ons dat 10km verderop een hotel is, iets wat anderen ons ook bevestigen. Toch hebben we onze twijfels of het wel klopt. We moeten kiezen: terugkeren naar het dorp of verder fietsen in de hoop dat er toch een hotel is. We beslissen om toch maar door te fietsen. Na 10km is er niets anders te zien dan de grootste leegte. Op mijn GPS zie ik dat er nog 7km verder enkele zijstraatje zijn wat misschien toch nog op enige bewoning duidt. Weer hebben we pech want het is slechts een windmolenpark. Er is wel een zijweg en een bordje dat een plaats aangeeft op 3km. We hebben geen keuze en nemen de zijweg. Weer is het niets want het enige wat we te zien krijgen zijn restanten van wat ooit een dorp is geweest. Het ziet er naar uit dat we nog eens moeten wildkamperen, op zich geen probleem, we hebben voldoende eten mee, alleen hebben niet zo veel water meer. Dan zien we plots boven op een heuvel nog een rood gebouw staan. MJ blijft even wachten en ik fiets langs de onverharde weg tot aan het gebouw. Het is bewoont, er komt een man naar met toegestapt die meteen vraagt of ik Duits spreek. De man heet Vlad en het gebouw is geen gewoon huis maar een controlepost van een windmolenpark. Ik vraag of hij water voor ons heeft, wat geen enkel probleem is want hij haalt zijn water uit een bron een kilometer verderop in de heuvels. Maar het wordt nog beter want hij stelt voor bij hem te komen overnachten in een kamer die nog vrij is. Omdat ik zo lang achterbleef is MJ er ondertussen ook bij gekomen. Aangezien ’s nachts de temperaturen al kunnen zakken tot het vriespunt lijkt het voorstel om in het verwarmd gebouw te gaan slapen ons toch nog een betere oplossing dan te gaan wildkamperen. Ik rijd samen met Vlad in zijn minibusje nog naar de bron in de heuvels om met een vaatje en enkele grote plastiek flessen vers water te halen. MJ rijdt daarna met hem nog naar een boerderijtje ergens te midden van de heuvels dat ook dienst doet als winkeltje. In the middle of nowhere is er dan toch nog enig leven te bespeuren, maar je moet het wel zien te vinden!
Vlad(imir) is een zeer aimabel man. MJ wil koken maar hij staat er op dat hij voor ons kookt. Hij is ook blij dat hij ons als gasten heeft, zo heeft hij niet alleen gezelschap maar kan hij ook nog eens zijn Duits oefenen, wat hij uitvoerig doet. Hij is een echte spraakwaterval, wat voor ons interessant is want zo komen we veel te weten over het leven in Kazachstan. Vlad heeft 7 jaar in Duitsland gewerkt en is daarna teruggekeerd naar zijn geboorteland. Aanvankelijk kon hij zich moeilijk weer aanpassen aan de Kazachse mentaliteit maar nu zou hij voor geen geld willen terugkeren naar Duitsland, vooral omdat daar niets kan en alles té zeer gebonden is aan allerlei regeltjes. Hij is een gelukkig man.
Hij weet ons nog te vertellen dat het verwoeste dorpje vroeger een pantserkazerne was van het Russische leger tot de Sovjet Unie uiteenviel.