Bij het buitenrijden van Shihezi zien we in de parken vele groepen van mensen die op de maat van muziek ochtendgymnastiek aan het doen zijn. Voorbijgangers stoppen en doen gewoon mee.
Het wordt een saaie rit vandaag. In welk stadje we vandaag terecht gaan komen weten we niet. Op mijn kaart staat er ergens Hutubi maar in mijn GPS vind ik er niets van terug. Enkele kilometers ten noorden van de weg die wij aan het volgen zijn zien we de contouren van een stad opduiken. We nemen een afslag en rijden er naar toe. Het is weer zo’n vrij nieuwe stad die nog volop in opbouw is. In een eerste hotel dat we vinden mogen ze enkel chinezen inchecken maar de receptioniste is wel zo behulpzaam om voor ons naar een ander hotel te bellen. Uiteindelijk komen we in een groot deftig hotel uit, iets té deftig voor ons maar we hebben weinig keuze, hier kunnen we tenminste al terecht.
Rochelen en spuwen op straat, slurpen en slokken aan tafel,
naar je staren, naar je wijzen en met je lachen, de chinezen doen het
allemaal. Aanvankelijk lachten ze met mijn hoofdverband, nu lachen ze
meestal met MJ omdat ze open sandalen draagt en dat het volgens hen daar
al voor te koud is. Lachen of uitlachen, wij vinden het grappig hoe zij
reageren en kunnen er best mee lachen. Raar volk die Chinezen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten