We
keren de Mekong letterlijk de rug toe en fietsen nu door een decor met
steile rotsformaties. Ronduit prachtig, en dat mag wel weer eens na de
eerder saaie voorbije dagen. We krijgen opnieuw af te rekenen met een
sterke wind op kop. De rotsen kunnen af en toe voor beschutting zorgen,
maar soms zorgen ze er ook voor dat we in een soort van windtunnel
terecht komen waar je haast van je fiets wordt geblazen. De weg blijft
vrij vlak tot we in de laatste 5,5 km een stevige beklimming krijgen. Het is een slotklim om U tegen te zeggen. Het is al heel lang geleden
dat we nog eens naar ons kleinste verzet moesten schakelen, het moet
ergens in de maand december geweest zijn. Wanneer ik even stop om op MJ
te wachten, die een stuk te voet stapt vanwege té steil, kan ik zelf nog
maar amper terug vertrekken. Boven aangekomen in het dorpje Nakai is het
toch even zoeken naar een overnachtingsplaats. We vragen het enkele
keren maar ze wijzen allemaal in een andere richting. Uiteindelijk
vinden we dan toch een guesthouuse dat er met de verschillende blokken
wat uitziet als een concentratiekamp, maar we zijn al dik tevreden dat we
hier kunnen overnachten, en er is zelfs een warme douche. Het Frans WC
nemen we dan maar voor lief.
De wind is ondertussen nog harder gaan
blazen en het is hier boven erg koud. We moeten zelfs nog eens een warme
trui uit onze kledingzak halen, en dat is ook al héél lang geleden. Het
is merkwaardig hoe de wind plotseling zo koud is geworden. Dat we geen
airco hebben is absoluut geen probleem, zelfs de ventilator is totaal
overbodig. Voor een keer zijn we blij dat het op onze kamer warmer is
dan buiten.
Productie van houtskool.
Een netjes onderhouden tuintje.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten